Weet je zeker dat je kind niet aan het spelen is?
Ik begin graag met een definitie om het onderwerp goed af te bakenen. Maar het begrip “spelen” is ingewikkelder dan het lijkt: spelen is niet simpelweg plezier maken. Dat heb je vast zelf al gezien: je kind is vaak diep geconcentreerd wanneer het bijvoorbeeld een puzzel oplost – zonder te lachen of te glunderen. Toch is dat óók spel!
Sommige theoretici beschouwen spelen als een vorm van gedrag.
Spelgedrag heeft bepaalde kenmerken: vrijwillige deelname, plezier, motivatie, doen-alsof (fantasie) en aandacht voor het proces in plaats van het eindresultaat. Hoe meer van deze kenmerken aanwezig zijn, hoe meer we iets als spel beschouwen. Vaak is het de volwassene (de observator) die bepaalt of gedrag “spel” is of niet. Maar dat oordeel is gekleurd door de eigen opvatting van de volwassene over wat spel zou moeten zijn. Een voorbeeld uit het boek "Jeu et Développement chez le jeune enfant – de la naissance à 6 ans” van M. Sheridan laat dit mooi zien:
Stel je twee kinderen voor die spelen met bouwstenen:
- Kind A haalt de blokken zelf van de plank in zijn kamer. Hij gaat aan tafel zitten en probeert een model na te bouwen zoals op de doos staat afgebeeld. Hij lacht niet, maar is helemaal gefocust. Hij zoekt gericht naar blokken, vergelijkt zijn bouwwerk met het voorbeeld op de doos, en kijkt aandachtig of alles klopt.
- Kind B krijgt de blokken aangereikt door een leerkracht en bouwt op het speelkleed. Zijn bouwwerk lijkt willekeurig te ontstaan. Soms groepeert hij blokken op kleur, soms op grootte. Hij verandert de constructie gaandeweg, lacht af en toe, en laat de toren uiteindelijk met plezier omvallen.
Welke van deze kinderen is aan het spelen? Kind A koos zelf voor de activiteit, werkte gericht naar een eindresultaat, zonder zichtbaar plezier. Kind B kreeg het spel aangereikt, had er zichtbaar plezier in, maar zonder doel of resultaat. Geen van beide kinderen speelde “doen alsof”. En toch zien beide kinderen hun activiteit als een spel.
Dus, wat is spelen volgens kinderen zelf?
Voor peuters en kleuters betekent spelen dat ze een activiteit zelf kiezen en er controle over hebben. De manier waarop volwassenen deelnemen, beïnvloedt dan ook hoe het kind de activiteit ervaart. En nee, ze hoeven het niet per se leuk te vinden! En hoe zit het dan met baby’s die zich nog niet kunnen uitdrukken? Zij zijn vooral bezig met ontdekken en verkennen: ze leren de wereld kennen via voorwerpen en experimenteren ermee. Spelen is voor hen een vorm van onderzoek: wat kan ik hiermee doen?
Hoe ziet dat spel eruit?
Spelen met alledaagse voorwerpen hoort bij het ontwikkelingsstadium van jonge kinderen. Het is dus volkomen normaal – en zelfs gezond – dat je kind van één jaar liever met een pannendeksel trommelt dan met de mooie xylofoon van oma. 🤭 En ook bij oudere kinderen is het een uiting van creativiteit om spullen een andere functie te geven dan waarvoor ze zijn bedoeld.
Speelgoed is een hulpmiddel – een middel om spel te creëren, te verrijken en te ondersteunen. Of je kind het nu gebruikt zoals het “hoort” of op een geheel eigen manier: het spel staat centraal, niet de gebruiksaanwijzing. Denk bijvoorbeeld aan dominostenen. Je kunt ermee spelen volgens de regels (gelijke steentjes tegen elkaar leggen), of je kind gebruikt ze om een racebaan te bouwen voor auto’s! Beide zijn prima vormen van spel. Sterker nog, dit soort speelgoed – dat open staat voor meerdere spelvormen – wordt ook wel “open-einde speelgoed” genoemd. Daar kom ik straks nog op terug…
De band tussen spelen en ontwikkeling is zo sterk dat psychologe Sophie Marinopoulos in 2009 een boek schreef met de titel “Dites-moi à quoi il joue, je vous dirai comment il va” (“Zeg me waarmee hij speelt, en ik vertel je hoe het met hem gaat”). In dit boek helpt ze ouders en opvoeders om via het spelgedrag van het kind zicht te krijgen op zijn psychologische en emotionele ontwikkeling. Ze doet ook aanbevelingen voor speelgoed dat goed past bij verschillende ontwikkelingsfasen. Super interessant – ik zal binnenkort een samenvatting van dit boek delen! 😉
Wat kan je kind tegenhouden om met zijn speelgoed te spelen?
Hij heeft niet genoeg vrije tijd om te spelen.
De agenda van kinderen is soms net zo vol als die van ons, zonder dat we het zelf doorhebben! Tussen het kinderdagverblijf of de school, de buitenschoolse opvang, sportactiviteiten, culturele uitstapjes, een bezoek aan oma… heeft je kind dan nog tijd om gewoon thuis te zijn? En als hij thuis is, moet hij ook nog beschikbaar zijn om rustig te spelen zonder gestoord te worden: dus buiten verzorgingsmomenten, maaltijden, dutjes of schermtijd… De tijd om thuis te spelen is dus vaak flink beperkt!
Veel bronnen raden aan om kinderen minimaal 1 uur per dag vrije en ongestructureerde speeltijd te geven. ⏳
Toddlers should have opportunities to play every day, the American Academy of Pediatrics says. Many experts recommend giving toddlers at least an hour per day of free, unstructured (but still supervised) play where children can explore what interest them, along with at least 30 minutes of active, adult-led, structured play.
Sommige onderzoekers gaan nog verder en tonen aan dat kinderen idealiter blokken van 1 tot 2 uur nodig hebben om te kunnen spelen (meerdere blokken per dag zijn mogelijk).
Studies by Dr. James Christie and Dr. Franics Wardle show that shorter play periods (less than 30 minutes) reduce the complexity and maturity of kids' play. Kids will still play in short, squeezed bits, but they drop sophisticated play. Short play is still good, but when the sophistication level drops play loses many of its benefits.
Dus laten we het tempo wat verlagen: tijd om lekker te ‘chillen’ thuis! 🏠❤️
Hij heeft jou nodig!
Soms heeft je kind iemand nodig om in het spel te komen. En als ouder ben jij de favoriete speelkameraad van je kind! Je kunt het spel op gang brengen door een verhaal te beginnen en suggesties te doen om het verder uit te breiden. Je kunt ook een nieuw element toevoegen om je kind te inspireren 💡⭐, zoals het afdrukken van een onderwaterlandschap om een sfeer te creëren voor zijn Playmobil, of een bosachtergrond voor zijn Lego. Of twee soorten speelgoed combineren om het spel te verrijken: wegen maken met blokken of dominostenen om een autobaantje te bouwen. Een beetje inspiratie en een vleugje interactie zijn vaak al genoeg om het spel op gang te brengen of te hervatten. Misschien is je kind ook bezig een nieuwe vaardigheid te leren, maar raakt hij ontmoedigd door alle pogingen? Je kunt hem dan geruststellen, aanmoedigen, en een aanpak voorstellen om zijn idee uit te voeren. Probeer jezelf te zien als een coach: je bent er om te begeleiden als het nodig is, maar de baas van het spel blijft je kind!
Een kind dat niet speelt, kan ook een teken van angst of stress zijn. En natuurlijk heeft hij dan ook jouw steun nodig. De stress kan voortkomen uit een lichamelijke behoefte (zoals vermoeidheid of honger) of een emotionele (zoals overweldigd zijn door gebeurtenissen, bijvoorbeeld de start op school).
Je kind kan ook hulp of ondersteuning nodig hebben om te begrijpen hoe met een bepaald speelgoed te spelen of om zich te kunnen concentreren: hij beschikt misschien nog niet over alle vaardigheden om zelfstandig te spelen.💡 Om hem te helpen de regels van een spel te begrijpen, kun je je laten inspireren door de Montessori SHOW-methode die Simone Davies beschrijft in haar boek “The Montessori Toddler”: Slow Hands Omit Words. In plaats van mondeling uitleg te geven, toon je de handelingen langzaam en duidelijk (zodat je kind ze makkelijk kan volgen en nadoen), zonder iets te zeggen. Zo kan je kind zich volledig concentreren op jouw bewegingen en de regels beter begrijpen.
Daarnaast kun je speelgoed kiezen dat zijn concentratievermogen helpt ontwikkelen, of de spelregels aanpassen aan je kind. Bijvoorbeeld: memory is geweldig om het geheugen en de aandacht te trainen, maar het spel bevat soms te veel kaartparen. Zelf begon ik met minder paren zodat het spel maar enkele minuten duurde. Het werd eenvoudiger, mijn kinderen kregen meer zelfvertrouwen. En elke week voegde ik een nieuw paartje toe!
Zijn speelgoed is niet zichtbaar of niet direct toegankelijk.
“Uit het oog, uit het hart”... Als al het speelgoed netjes opgeborgen is in een gesloten kist, hoog in een kast, of allemaal in de kinderkamer staat, dan is dat misschien goed voor je interieur, maar je kind vergeet misschien gewoon dat hij geweldig speelgoed heeft. Pas op voor de andere kant van het spectrum: verander je woonkamer niet in een speelgoedwinkel 😱 (meer hierover in het volgende deel). We zoeken een evenwicht: een uitnodigende en stimulerende speelomgeving voor je kind én een aangename leefruimte voor jezelf.
Simone Davies geeft in haar boek “The Montessori Toddler” aan dat het aanbieden van speelgoed op lage open planken, geïnspireerd op de Montessori-pedagogiek, de zelfstandigheid van kinderen bevordert.
Have activities and materials set up in trays and baskets so they have everything they need at the ready ; look for ways to make it easy for the child to help themselves.
Voor het opbergen van speelgoed gebruik ik zelf een open kast (zonder deuren), niet te hoog zodat de kinderen er makkelijk bij kunnen. Je kunt er voordelig een kopen bij Ikea, zoals de KALLAX-kast 77x77 cm voor minder dan 30 euro.
Voor het presenteren van speelgoed raad ik aan speelgoeddozen of verpakkingen weg te halen en om de toegang te vergemakkelijken:
- Dienbladen met opstaande randjes te gebruiken om miniwerelden met figuurtjes te presenteren (ik gebruik de bamboe IKEA Ostbit 30x40 cm voor minder dan 10 euro)
- Planken om puzzels neer te zetten (ik heb de KALLAX-kast aangepast met een inzetstuk met vier planken, voor minder dan 20 euro)
- Mandjes of doorzichtige bakken voor het meeste andere speelgoed.
Ik heb een foto genomen van onze speelgoedkast… je kunt het geheel wat gezelliger maken door er een plantje op te zetten, en hem neer te zetten bij een zacht tapijt en een raam. Wat gezellig! 🥰
En zoals je in het volgende deel zult zien, is zo’n kast echt voldoende om je kind zin te geven om te spelen!
Hij heeft te veel speelgoed!
Dit is een heel waarschijnlijke oorzaak als je merkt dat je kind niet (meer) met zijn speelgoed speelt: hij heeft er gewoon te veel! Hij kan zich overweldigd voelen door de overvloed aan keuzes.
In 2017 werd in Los Angeles (VS) een studie uitgevoerd bij 32 gezinnen. Daaruit bleek dat er gemiddeld 132 zichtbare speelgoedstukken in huis aanwezig waren.
Alle experts zijn het erover eens dat je het aantal speelgoedstukken dat je kind tot zijn beschikking heeft moet beperken. “Overlaad de kamer van je kind niet: te veel speelgoed belemmert het spelen”, waarschuwt psychologe en psychoanalytica Sophie Marinopoulos. “Slechts enkele activiteiten aanbieden helpt het kind zich te concentreren; toon alleen datgene waar het kind mee bezig is, zodat het niet overweldigd raakt”, adviseert ook Simone Davies.
Maar wat is dan het ideale aantal speelgoedstukken om je kind aan te bieden? Alexia Metz en haar team van de Universiteit van Toledo onderzochten dit in 2017. Ze boden kinderen van 18 tot 30 maanden tussen de 1 en 16 speelgoedjes aan en ontdekten dat met slechts 4 speelgoedjes de kinderen langer en beter speelden. ✅
Welke oplossingen bestaan er om een optimaal aantal speelgoedjes aan te bieden?
- Je organiseert zelf een speelgoedrotatie: je houdt 4 complementaire speelgoedjes bij die passen bij de ontwikkelingsfase van je kind, en bergt de rest op buiten zijn zicht. Wanneer je merkt dat hij deze onder de knie heeft en zich begint te vervelen, vervang je ze. Dit is een effectieve methode, maar kost tijd, energie en soms ook geld. En je kind kan teleurgesteld zijn omdat hij het speelgoed van zijn verjaardag ineens niet meer ziet… 😞
- Je huurt educatief speelgoed dat past bij de leeftijd van je kind! Er bestaan veel speel-o-theek, en dat is precies wat ik aanbied met Lil’ Discoveries. Je hoeft zelf geen rotaties te organiseren 🤯, je hoeft geen uren te zoeken naar het beste educatieve speelgoed voor de leeftijd van je kind, en je kiest voor een duurzame aanpak. ❤️🌱
Heeft je kind wel het “juiste” speelgoed?
De speelgoedwereld is overweldigend! 😵 Het aanbod is zó groot dat het lastig is om een goede keuze te maken: er zijn duizenden speelgoedmerken, die elk ook nog eens duizenden producten aanbieden. Reclames beïnvloeden kinderen en prijzen vaak plastic speelgoed aan — speelgoed dat je kind eerder in een passieve rol duwt dan hem of haar echt uitnodigt om actief te spelen.
Is het speelgoed van je kind interessant voor zijn ontwikkeling? Prikkelt het zijn nieuwsgierigheid of creativiteit?
Sommig speelgoed levert helaas maar weinig op: het biedt weinig interactie, stimuleert de fantasie of het denkvermogen nauwelijks, en draagt niet bij aan enig leerproces. Op een knopje drukken om voor de zoveelste keer hetzelfde muziekje te horen… dat verveelt al na een minuut! 🙄 Er valt dan niets te ontdekken of te leren. Maar spelen is juist dé manier waarop kinderen de wereld verkennen, leren en zich ontwikkelen.
Daarom moedig ik je aan om eens kritisch naar het speelgoed van je kind te kijken. Geef bij voorkeur de ruimte aan educatief waardevol speelgoed, en vooral aan speelgoed dat uitnodigt tot vrij spel. UNICEF zegt het heel mooi: “Vrij spel geeft kinderen de kans om de wereld op hun eigen manier te ontdekken, stimuleert hun creativiteit en daagt ze uit om hun verbeeldingskracht te gebruiken.” Zo waardevol, dat UNICEF zelfs aanraadt om het thuis actief aan te moedigen.
En nu zie ik je denken 😲: Hoe ziet speelgoed eruit dat vrij spel stimuleert? Dat zijn bijvoorbeeld materialen die geen vast doel hebben, die volop ruimte laten voor creativiteit en eigen invulling. Denk aan sensorische bakken, houten schalen, blokken, poppetjes, bogen, ballen en steentjes… in alle kleuren, vormen en maten!
Is het speelgoed afgestemd op zijn ontwikkelingsfase?
Maar zelfs speelgoed met veel educatieve waarde werkt alleen als het past bij de ontwikkeling van je kind. 🎯 Te moeilijk speelgoed kan frustreren of zelfs angst oproepen. Te simpel speelgoed daagt niet genoeg uit. In beide gevallen zal je kind het links laten liggen. Het is dus belangrijk om goed te kijken naar waar je kind staat in zijn ontwikkeling, en welk speelgoed daar op dit moment bij past.
Is er voldoende variatie in het speelgoed?
Speelgoed dat stimulerend is én aansluit bij de ontwikkelingsfase van je kind, vormt de basis voor een rijke speelomgeving. Maar de echte bonus? Dat is variatie! ✨ Als ouder of verzorger kun je helpen om die nieuwsgierigheid te blijven prikkelen. Probeer je kind niet vast te houden in één interessegebied, maar laat hem ook kennismaken met iets nieuws, onverwachts, verrassends. OK, misschien is je kind helemaal gek op poppen. Maar wat gebeurt er als je een paar dierenfiguren toevoegt? Dan ontstaan er ineens nieuwe verhalen, een andere vorm van spel, een rijkere woordenschat. En wie weet onthoudt hij straks nog dat de wombat het enige dier is dat vierkante poep produceert — dankzij oma die dat toevallig vertelde tijdens het spel! 💩🟫
Ook leuk én belangrijk: afwisseling in het soort spel: vrij spel voor de fantasie en creativiteit,denkspeelgoed voor het cognitieve brein, spellen met regels voor sociale vaardigheden, speelgoed dat de fijne motoriek stimuleert, buitenspeelgoed om te bewegen en te ontladen.
Zo creëer je balans in het spel van je kind ⚖️ — een waardevolle basis voor zijn ontwikkeling. Maar hoe pak je dat aan? Een paar ideeën:🤓
- Laat je kind bij verjaardagslijstjes speelgoedrubrieken kiezen. Zo kun je makkelijker evenwicht aanbrengen tussen soorten speelgoed of thema’s.
- Ken je ouders met kinderen van dezelfde leeftijd? Ruil eens wat speelgoed uit! Zo breng je variatie én leer je je kind omgaan met delen en zorg voor andermans spullen.
- En natuurlijk: de spelotheek! Daar leen je speelgoed in plaats van het steeds nieuw te kopen. Zo heb je wél afwisseling, zonder dat je er steeds veel geld aan kwijt bent. Met mijn spelotheek Lil’ Discoveries bied ik thematische speelgoedboxen aan, vol gevarieerd spelmateriaal om de nieuwsgierigheid van je kind te prikkelen. Ouders kunnen de boxen bovendien na 2 maanden wisselen. Woon je in Nederland? Neem dan zeker even een kijkje naar mijn aanbod 👀